Waterput

Gepubliceerd op 25 augustus 2023 om 20:08

Op de rand van de gedempte waterput stond met houtskool geschreven: wie hier wil schijten moet zijn naam erin krijten. 
Ik was die zomer acht jaar en onder aanmoediging van de zoons van de boer, waar we het zomerhuisje huurden, probeerde ik het geschrevene te ontcijferen. Na in de rondlopende tekst eerst op de verkeerde plaats begonnen werd ik hardhandig geholpen waar ik moest beginnen. 

"Wie hier wil schij….. " begon ik trots want dat hadden ze vast niet gedacht dat ik die slecht geschreven letters kon lezen, werd ik plots overstemd door gierend gelach. Wat nu? Probeerden ze me voor de gek te houden? Lekker stoer doen tegen mij? Nu was ik thuis wel gehard in het herkennen van plaaggeesten, dus wegrennen was het laatste waar ik aan dacht. Niet reageren, en ze onverwachts overtreffen. De jongens hadden al eerder geroepen dat ik een zacht stads eitje was, wat ik heel jammer vond want ik wilde graag spelen en helpen op de boerderij. Hier moest wat aan gedaan worden. Ik ging door met zachtjes lezen, keek in de put, zag een heuse drol, en schreeuwde als een vent: "En wie van jullie heeft hier zitten schijten? Naam schrijven. Nu." Té hard. Ik hoorde de deur van ons huisje opengaan en mijn moeder me vermanend roepen. Intussen lag iedereen gillend van de lach op de grond, ik ook. En ineens hoorde ik erbij.

Die zomer was de mooiste zomer die ik me kan herinneren. De vakantie van de boerenkinderen was rondhangen op het erf en hun ouders helpen. En dingen doen waar stadse zachte eitjes van dachten: dát nooit. Ik mocht meedoen. En ik deed mee. Ik kloste rond op klompen. Dronk water uit de waterput op het erf wat vol zat met rode beestjes. "Pas als die er niet meer inzitten moet je oppassen!" zei de boer en dus dronk ik het zonder met mijn ogen te knipperen, bewust van de bonuspunten waardoor ik weer meer mocht. Ik ging met de boer mee ploegen met het paard en stond op de ploeg. Leerde de staartbeweging van het paard herkennen om op tijd je voeten van de dissel te halen om niet onder de paardenstront te komen als je op de bok zat. Ik mocht mee hooien en kwam onder de krassen boos thuis omdat het niet gelukt was de schoven te binden. Te korte armen nog. Ik leerde schieten met een luchtbuks en kon het zo goed dat ik als jongste, ik schaam me daar nu wel over, de mussen van het dak moest schieten waarna de jongens naar boven klommen om ze uit de dakgoot te pakken. Vijf cent per stuk leverde dat op. Samen delen van de buit zat er niet in maar dat viel me toen niet op. Eieren rapen, kippen en varkens voeren, op de hooizolder klimmen. Een zomervakantie in de hemel.

Het zijn soms toevalligheden waardoor je ineens een gewoonterecht krijgt. Alleen dat ene jaar liep het zo dat ik echt mee mocht doen op de boerderij en door de jaren heen is me dat altijd bijgebleven. 

 

Reactie plaatsen

Reacties

Sophie
9 maanden geleden

Wat een leuk stukje en mooi geschreven Carla!

Maak jouw eigen website met JouwWeb